Haakpatroon babymeisjes-vestje

Op aanvraag : het haakpatroon van het schattige babymeisjesvestje.

Het is een top-down vestje, en je kan het heel makkelijk aanpassen naar alle mogelijke maten.

Voor de achtergrondinformatie, kijk even hier : 'Under the Tuscan sun-vestje'. Dit vestje is volgens hetzelfde principe gemaakt, en er staat duidelijk bij hoe je de start-telling uitrekent.

Jules zijn vesteke is ook hetzelfde soort patroon.

Dus :

1. voor maatje 6-12 maand, met haaknaald 4.5, ik gebruikte 100 gram rose spikkeltjeswol van Lang Yarns (260 meter) en een 20 gram Drops Lima. Haak 48 lossen.

2. Begin stokjes te haken in de derde losse vanaf de ketting. Haak 8 stokjes (in elke losse 1 stokje dus) (voorpand 1), in de volgende losse haak je 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, haak dan 5 stokjes (in elke losse 1 stokje) (mouw 1), in de volgende losse 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, dan 16 stokjes (rug), in de volgende losse 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, dan 5 stokjes (mouw 2), in de volgende losse 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, dan 8 stokjes (voorpand 2). Haak 2 lossen en keer.

3. Volgende rij : Haak stokjes (haak je eerste stokje in de eerste steek) tot de eerste opening (daar waar je de losse tussen de 2 stokjes haakte : dus bij de overgang van voorpand 1 naar mouw 1). Haak in deze opening 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, haak weer stokjes tot de volgende opening, haak in deze opening weer 1 stokje + 1 losse + 1 stokje, doe dit zo tot het einde van de toer. Haak 2 lossen en keer. (deze werkwijze staat uitgebreid besproken in het vestjespatroon dat ik hierboven aanhaal)

4. Herhaal punt 3. (belangrijk : eindig steeds elke toer met 2 lossen en begin met een stokje in de eerste steek) Je zal dus zien dat je elke toer bij de voorpanden 1 steek meerdert, bij de mouwen en de rug telkens 2.

5. Ik herhaalde punt 3 tot mijn rugwijdte 25 cm was. (meet dus af en toe de rugwijdte : dit doe je door je werk plat te leggen en te meten tussen de tweede en derde kleine opening).

6. Als je de gewenste rugwijdte bereikt hebt, ga je de mouwen afzonderen. Begin je toer met een stokje in de eerste steek en haak stokjes tot de eerste opening. In deze opening haak je een stokje half, en je slaat het mouwdeel over en gaat ineens naar het rugdeel. In de opening van het begin van het rugdeel haak je ook een stokje half en dan haak je de 2 half gehaakte stokjes af. Haak stokjes over het rugdeel tot aan de opening einde rugdeel. In deze opening haak je weer een stokje half, sla het mouwdeel over en in de opening scheiding mouw-voorpand haak je weer een stokje half. Haak de 2 half afgehaakte stokjes samen af en haak verder stokjes over het voorpand. Haak 2 lossen en keer.

7. De mouwen zijn nu afgezonderd, nu ga je verder haken over de voorpanden en het rugpand. Je schakelt nu om naar het schelppatroon.

8. Begin met een stokje in de eerste steek, haak nog 3 stokjes, in het volgende stokje haak je 2 stokjes, (haak 4 stokjes, in het volgende stokje haak je 2 stokjes) , herhaal () tot het einde van de toer. Belangrijk hier is dat je eindigt met een aantal steken dat deelbaar is door 6 + 1. (Je hebt nu 86 steken, bij mijn vestje tenminste). Haak 1 losse en keer.

9. Volgende toer. 1 vaste in de eerste steek, (sla 2 steken over, 5 stokjes in 1 steek haken, sla 2 steken over, haak 1 vaste). Herhaal () tot einde toer. Haak 3 lossen en keer.

10. Haak 2 stokjes in de eerste steek, (sla 2 steken over, haak 1 vaste in de volgende steek, sla 2 steken over, haak 5 stokjes in de volgende steek), herhaal (), als je bijna op het einde van de toer bent haak je : sla 2 steken over, 1 vaste in de volgende steek, sla 2 steken over, haak 3 stokjes in de laatste steek. Haak 1 losse en keer.

11. Haak 1 vaste in de eerste steek, (sla 2 steken over, 5 stokjes in 1 steek, sla 2 steken over, 1 vaste in de volgende steek), herhaal () tot bijna einde toer, haak vervolgens : sla 2 steken over, haak 5 stokjes in 1 steek, sla 2 steken over, haak 1 vaste in de laatste steek. Haak 3 lossen en keer.

12. Herhaal punt 10 en 11 tot de gewenste lengte. (ik haakte op het einde 3 toeren in een andere kleur)

13. Mouwen : Je gaat naar de plaats waar de mouwen zijn afgezonderd, kies 1 mouw eerst. Straks komt de andere. Begin onder de arm te haken : Haak 3 lossen, vervolgens 3 stokjes (in elke steek 1 stokje), dan in de volgende steek 2 stokjes, vervolgens : (4 stokjes, in de volgende steek 2 stokjes in 1 steek), herhaal () tot het einde van de toer. (ik deed dit 7 x). Sluit toer met een halve vaste. (belangrijk is ook hier weer dat je eindigt met een stekenaantal deelbaar door 6 + 1)

14. Haak 1 losse en keer. Volgende toer : Haak 1 vaste in de eerste steek, (sla 2 steken over, 5 stokjes in de volgende steek, sla 2 steken over, 1 vaste in de volgende steek), herhaal tot het einde van de toer.

15. Je kan desgewenst de mouwen langer maken, maar ik vond het wel tof, zo'n korte mouwtjes.

Veel plezier alvast!.